woensdag 30 november 2011

'Verplichte inschrijving VvE afschaffen'

Deze week heeft de Tweede Kamer besloten om de verplichte inschrijving van Verenigingen van Eigenaren (VvE) in het register van de Kamer van Koophandel af te schaffen.

Voor inschrijving in het register van de KvK is een bestuurder nodig en bij kleine VvE’s is die er vaak niet. Verder is er bij een VvE van twee appartementen al snel geen meerderheid te vinden om de inschrijving te bekrachtigen. Bijvoorbeeld op het moment dat er één tegenstem of een stakende stem is. Een langdurig en complex juridisch traject is dan vervolgens nodig om de inschrijving toch voor elkaar te krijgen.

Vereniging Eigen Huis ziet het belang van actieve VvE’s die hun zaken goed op orde hebben, maar vindt het nut van een inschrijving van met name kleine VvE’s twijfelachtig.

Bron: VEH, 29-11-2011

dinsdag 29 november 2011

Tijdelijke verhuur woonruimte



Momenteel staan er veel woningen te koop. Veel mensen hebben zelfs in deze tijd al een nieuwe woning gekocht, terwijl de oude woning nog niet verkocht is. Eigenaren zijn veelal op zoek naar middelen om de dubbele lasten te drukken. Als mogelijke optie om de kosten te drukken komt al snel de tijdelijke verhuur ter sprake.

De vraag is of het verstandig is om een te koop staande woning tijdelijk te verhuren. Het huurrecht bevat immers veel dwingend recht.
Het huurrecht woonruimte

De eerste vraag die van belang is, is wat er nou eigenlijk onder de huur van woonruimte wordt verstaan. Er is sprake van huur indien er woonruimte ter beschikking wordt gesteld tegen een bepaalde vergoeding. De naam die partijen de overeenkomst geven is niet bepalend voor de kwalificatie huur, het gaat om de inhoud van de overeenkomst.

Het huurrecht woonruimte is opgenomen in de artikelen 7:232-7:282 Burgerlijk Wetboek (BW). Het huurrecht beperkt de contractvrijheid bij verhuur van woonruimte aanzienlijk, omdat het huurrecht woonruimte grotendeels bestaat uit dwingend recht. De beperking van de contractvrijheid is bedoeld om de economisch zwakkere partij, de huurder, te beschermen. Dwingend recht is lang niet altijd door iedereen gewenst. Volgens vaste jurisprudentie valt dwingend huurrecht niet eenvoudig te ontwijken. Ontwijkingsconstructies zijn al gauw aanvechtbaar en sneuvelen dan ook door een rechterlijk oordeel dat er toch sprake was van huur.


Huurbeëindiging

Huurovereenkomsten woonruimte kunnen slechts eindigen door:

- opzegging

- ontbinding door de rechter

- beëindiging met wederzijds goedvinden

De opzegging van huurovereenkomsten woonruimte is wettelijk geregeld in art. 7:271 t/m 282 BW. In art. 7:282 BW is expliciet opgenomen dat van deze artikelen niet ten nadele van de huurder kan worden afgeweken.

Opzegging

Huurovereenkomsten dienen altijd te worden opgezegd. In tegenstelling tot wat veel mensen denken geldt dit ook voor huurovereenkomsten die voor bepaalde tijd zijn aangegaan. Het afspreken van een bepaalde termijn heeft dus slechts de beperkte strekking dat die aangeeft wanneer er op zijn vroegst kan worden opgezegd.
De opzegtermijn voor de huurder is afhankelijk van de betaaltermijn en bedraagt in de praktijk meestal 1 maand, de opzegtermijn voor de huurder kan maximaal 3 maanden zijn. De verhuurder heeft het 1e jaar een opzegtermijn van minimaal 3 maanden, het 2e jaar een opzegtermijn van 4 maanden, het 3e jaar 5 maanden en daarna een opzegtermijn van 6 maanden.

De verhuurder die de huur wil opzeggen moet, op straffe van nietigheid, de gronden vermelden die tot de opzegging hebben geleid. De verhuurder kan zich uitsluitend beroepen op de opzeggingsgronden die genoemd zijn in art. 7:274 lid 1 BW:
Tijdelijke verhuur woonruimte

De huurder gedraagt zich niet zoals een goed huurder betaamt; De diplomatenclausule, voor het geval de verhuurder zelf na een tijdelijk vertrek wil intrekken of terugkeren; Dringend eigen gebruik; Weigering redelijk aanbod nieuwe huurovereenkomst; Verwezenlijken geldend bestemmingsplan; Hospita verhuur.

De strekking van deze informatieplicht is dat de huurder bij zijn besluitvorming over een eventuele toestemming in de beëindiging zich een oordeel kan vormen over zijn proceskansen (HR 18 juni 1993, NJ 1993, 614).

Ontbinding door de rechter


Nadat de huurovereenkomst door de verhuurder is opgezegd is het van belang dat de huurder de opzegging aanvaardt. Wordt de opzegging namelijk niet aanvaard door de huurder dan kan de verhuurder na zes weken naar de rechter stappen. De huurovereenkomst loopt namelijk op grond van art. 7:272 lid 1 BW gewoon door totdat de rechter onherroepelijk heeft beslist op de beëindiging-vordering.

De beëindigingsovereenkomst

De wettelijke regels met betrekking tot de opzegging van de huurovereenkomst gelden niet als er, nadat de huur is ingegaan, met wederzijds goedvinden een overeenkomst tot beëindiging wordt gesloten (art. 7:271 lid 8 BW). Hierin verklaart de huurder het pand op een bepaalde datum leeg en ontruimd op te leveren. Een beëindigingsovereenkomst kan alleen worden gesloten na het ingaan van de huurovereenkomst. Indien een beëindigingsovereenkomst voor of bij het ingaan van de huurovereenkomst zou worden gesloten zou dit het systeem van de huurbescherming ondermijnen.
Tijdelijke verhuur

Een voor bepaalde tijd aangegane huurovereenkomst eindigt dus niet door het enkele verloop van de huurtijd. De afspraak dat de huur eindigt zonder opzegging is nietig (art. 7:271 lid 7 BW).

De huurovereenkomst welke voor bepaalde tijd is aangegaan is uiteraard ook niet tussentijds op te zeggen. Mocht de woning tijdens de looptijd van de huurovereenkomst worden verkocht, dan is de huurovereenkomst dus niet tussentijds op te zeggen, want koop breekt geen huur.

De verhuurder kan zich zoals reeds eerder genoemd alleen beroepen op de wettelijke opzeggingsgronden. De verhuurder zou kunnen zeggen dat hij de woning weer nodig heeft voor eigen gebruik, omdat de woning verkocht is en leeg en ontruimd geleverd moet worden aan de koper.
Probleem hierbij is dat in de wet expliciet is opgenomen dat vervreemding van de gehuurde woonruimte niet valt onder de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik. De verkoper heeft geen wettelijke gronden om de tijdelijke huurovereenkomst op te zeggen en is dus afhankelijk van de medewerking van de huurder.


Huurovereenkomsten naar aard van korte duur

Vaak wordt de vraag gesteld of de huurovereenkomst naar aard van korte duur geen oplossing is. Op de huurovereenkomst naar aard van korte duur zijn de huurrecht bepalingen woonruimte (art. 7:232 t/m 282 BW) niet van toepassing. Het gehele stelsel van huur- en huurprijsbescherming is dus niet van toepassing.
Volgens de minister gaat het om gevallen waarin voor iedereen duidelijk is dat er geen sprake kan en mag zijn van een beroep op huurbescherming. Het klassieke voorbeeld is de vakantiewoning. Wat ook onder deze uitzondering kan vallen zijn noodoplossingen ten behoeve van de huurder, gebruik in afwachting van een op handen zijnde renovatie of verkoop alsmede verhuur met een beperkt en tijdelijk karakter.
Deze uitzondering op de dwingende huurbescherming moet volgens de parlementaire behandeling "zeer restrictief" worden opgevat en is van "heel beperkte betekenis".

Het is aan de rechter om van geval tot geval te beslissen of sprake is van verhuur naar aard van korte duur. De jurisprudentie is sterk door de omstandigheden en door billijkheidsoverwegingen gekleurd.


Zou een tijdelijke huurovereenkomst woonruimte een overeenkomst naar aard van korte duur kunnen zijn?

Gezien de beperkte toepassing van huurovereenkomsten naar aard van korte duur zal dit niet snel worden aangenomen. Temeer nu de mogelijkheid bestaat om gebruik te maken van de Leegstandwet.



De alternatieven

De dwingend rechtelijke bepalingen van het huurrecht kunnen voor de verhuurder een reden zijn om af te zien van de verhuur. Zijn er alternatieven?

De Leegstandwet

De Leegstandwet maakt het mogelijk om tijdelijk te verhuren, waarbij een aantal dwingendrechtelijke huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn.

Voor tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet is een vergunning nodig van de gemeente waarin de woonruimte ligt.

De Leegstandwet bestaat uit slechts 3 artikelen, art. 1, 15 en 16.
In art. 15 Leegstandwet zijn de gevallen opgesomd waarop de regeling van de tijdelijke verhuur van toepassing is:

- Woonruimte in een voor sloop of renovatie bestemde huurwoning

- Woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning, die

- nog nooit bewoond is geweest;

- in de 12 maanden voordat de woning leeg kwam te staan door de eigenaar (geheel of grotendeels) bewoond is geweest.


De huurovereenkomst moet worden aangegaan voor minimaal 6 maanden en maximaal 2 jaar. Op verzoek van verhuurder kan deze periode worden verlengd met telkens 1 jaar. De totale duur van de vergunning is echter nooit meer dan 5 jaar.

De opzegtermijn bedraagt voor de verhuurder 3 maanden en voor de huurder 1 maand. De opzegformaliteiten die gelden voor reguliere huurovereenkomsten (art. 7:272 tot en met 277 BW) zijn niet van toepassing op de Leegstandwet.

Verhuur op grond van de Leegstandwet kent wel een aantal nadelen. In de vergunning moet staan tegen welke huurprijs ten hoogste mag worden verhuurd. De berekening van de maximale huurprijs geschiedt op basis van de Uitvoeringswet huurprijzen (art. 10 lid 1 en 12 lid 2).
Door goedkeuring van de crisis en herstelwet door de Eerste Kamer is het tijdelijk (tot 1 januari 2014) mogelijk om geliberaliseerd te verhuren indien dit op grond van de reguliere huurprijsregelgeving ook mogelijk zou zijn.

Een ander nadeel is dat niet elke gemeente bekend is met de Leegstandwet en een aanvraag tot een vergunning direct afwijst. De gemeente is verplicht een aanvraag voor een vergunning in behandeling te nemen. Voor het afwijzen van de aanvraag zijn geen criteria opgesteld, maar de gemeente moet de afwijzing wel motiveren.

Anti-kraak

Bij anti-kraak is er geen sprake van verhuur, maar van een gebruiksovereenkomst, bruiklening ex art. 7A:1777 BW. Aangezien er geen sprake is van een tegenprestatie is geen sprake van een huurrelatie. Alleen een onkostenvergoeding voor gas, water en licht mag in rekening worden gebracht aan de gebruiker. Het verhuren voor een vriendenprijs c.q. het in gebruik geven tegen een geringe vergoeding is ook gewoon een huurovereenkomst. Indien toch huur in rekening wordt gebracht is een marktconforme huur een schrale troost voor de verhuurder die gebukt gaat onder de dwingende huurwetgeving.


Overige aandachtspunten

Inkomstenbelasting


De verhuur van de te koop staande woning heeft ook (negatieve) gevolgen voor de Inkomsten-belasting.

Als men verhuist naar een andere woning valt de oude woning maximaal 2 jaar (tot 1 januari 2013 is deze termijn verlengd met een jaar, dus maximaal 3 jaar) na het kalenderjaar waarin men de woning heeft verlaten onder de eigenwoningregeling. De waarde van de oude woning en de eigenwoning-schuld hoeven dan niet te worden aangegeven in box 3. Men moet dan wel voldoen aan de volgende voorwaarden:


- De oude woning is tot de verhuizing hoofdverblijf.

- De oude woning staat vanaf de verhuizing leeg.

- De oude woning wordt daadwerkelijk te koop aangeboden.

Als men de oude woning gaat verhuren staat deze niet meer leeg, waardoor de dubbele hypotheekrente niet meer van toepassing is.

In het Belastingplan 2010 is bepaald dat vanaf 1 januari 2010 de hypotheekrenteaftrek herleeft na verhuur van een voormalige eigen woning. De hypotheekrente kan dan nog worden afgetrokken tot maximaal de resterende termijn van de verhuisregeling. Deze regeling is ook verlengd met een jaar en zal per 1 januari 2013 vervallen.
Courtage makelaar

In artikel 14 van de Algemene Consumentenvoorwaarden NVM februari 2010 is opgenomen dat de consument courtage verschuldigd is indien tijdens de looptijd van de opdracht een overeenkomst met betrekking tot een onroerende zaak tot stand komt. Onder de totstandkoming van een overeenkomst wordt tevens verstaan het door opdrachtgever meewerken aan een handeling als gevolg waarvan de onroerende zaak wordt verhuurd en in verband daarmee de uitvoering van de opdracht geen verderevoortgang vindt. Dit zou aan de orde kunnen zijn indien de verkoopopdracht wordt ingetrokken. Uit oogpunt van transparantie en om discussie achteraf te voorkomen is het aan te bevelen om duidelijke afspraken te maken over eventuele vergoedingen m.b.t. de tijdelijke verhuur.
Opstalverzekering

Met het oog op de kleine lettertjes van verzekeringspolissen is het tevens van belang om de tijdelijke verhuur te melden aan de opstalverzekering.
Het huurbeding in de hypotheekakte

De verhuurder mag in principe niet zonder de toestemming van de bank verhuren (art. 3:264 lid 1 BW). Is verhuurd in strijd met het huurbeding dan kan in het kader van de executie door de bank de nietigheid van de huur worden ingeroepen. Hierdoor is de bank er van verzekerd dat de opbrengst van de woning bij executoriale verkoop niet wordt gedrukt door een huurder.
Conclusie

De tijdelijke verhuur (met uitzondering van verhuur op basis van de leegstandwet) is duidelijk geen ideale oplossing en is dan ook af te raden. Mocht uw opdrachtgever toch besluiten de woning te verhuren dan is het belangrijk om u te wijzen op deze risico’s.

donderdag 17 november 2011

Donner: geen geld voor starters

Minister Donner (Binnenlandse Zaken) ziet geen ruimte om geld vrij te maken voor leningen aan starters op de woningmarkt. Donner zei dit vandaag in antwoord op vragen van D66. Onder meer de NVM had hierop aangedrongen, omdat starters als aanjagers fungeren voor de woningmarkt.

"Ik ben zeer gevoelig voor het belang en de positie van starters op de woningmarkt. Tegelijk worden de drempels voor toetreding in deze periode vooral verlaagd door de lagere huizenprijzen en de groei van het aanbod. Ik zie geen ruimte om budget voor startersleningen vrij te maken. Mijn voorkeur gaat overigens niet uit naar een gefragmenteerde aanpak door het stapelen van specifieke maatregelen voor specifieke groepen, maar naar generiek beleid", stelt Donner.
Volgens de minister zullen algemene maatregelen ook beter werken dan maatregelen voor specifieke groepen om de doorstroming in de woningmarkt als geheel weer op gang te helpen. Hij meent dat juist starters bij uitstek profiteren van de generieke maatregelen, zoals de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting, de tijdelijke verruiming van de NHG en de verschillende koopmogelijkheden van corporatiewoningen.
De NVM en vijf andere organisaties schreven vorige week in een brief aan de Kamer dat de keten van de woningmarkt begint bij de starter. Als duizenden starters toetreden tot de woningmarkt brengt dat een veelvoud aan verhuisbewegingen op gang. Het sneeuwbaleffect van de Starterslening vormt een enorme stimulans voor de economie. Het is een uitgelezen instrument om met name de lokale woningmarkt weer op gang te brengen.

Kabinet verlengd verhoogde NHG grens

De komende jaren kunnen nog steeds meer huizenkopers een beroep doen op de Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Het kabinet-Rutte wil de huizenmarkt een impuls geven door de verhoging van de NHG-grens van 350.000 euro tot 1 juli te verlengen, en daarna geleidelijk terug te brengen.
Het kabinet heeft eerder de overdrachtsbelasting al verlaagd Het kabinet heeft eerder de overdrachtsbelasting al verlaagd
Dat melden bronnen donderdag in De Telegraaf. Minister Piet Hein Donner (CDA) van Binnenlandse Zaken wil zo het vertrouwen in de huizenmarkt herstellen, bevestigt hij donderdag tegen Radio 1.

Grens
De NHG is een garantie die Nederlanders krijgen als zij een hypotheek afsluiten voor het kopen of verbouwen van een huis. De garantie houdt in dat huizenkopers zich kunnen indekken tegen financiële tegenvallers. Banken krijgen de zekerheid dat de hypotheek ook dan wordt betaald.

Het kabinet verlengt de verhoging van de grens tot 1 juli. Daarna gaat deze omlaag naar 320.000 euro. Op 1 juli 2013 daalt de grens verder naar 290.000 euro en op 1 juli 2014 komt die weer op het reguliere niveau van 265.000. De premie die huizenkopers betalen voor de NHG gaat omhoog van 0,55 naar 0,70 procent.

De NHG-grens werd op 1 juli 2009 al opgetrokken van 265.000 naar 350.000 euro als tijdelijke crisismaatregel. Op 1 januari zou de grens weer omlaag gaan. Regeringspartij CDA drong aan op verlenging van de maatregel, meldt de krant.

Betalen
De Vereniging Eigen Huis en de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) vinden het goed dat het kabinet de verhoogde NHG-limiet verlengt. 'Zeker op dit moment heeft de markt dat hard nodig,' zegt een woordvoerder van NVM.

De huizenmarkt kampt nog steeds met lage huizenprijzen en weinig verkochte huizen. Het Kadaster heeft in oktober 9.453 verkochte huizen geregistreerd. Dat is 10,8 procent lager ten opzichte van een jaar eerder.

Eerder verlaagde het kabinet al de overdrachtsbelasting, de taks die moet worden betaald bij aankoop van onroerend goed. Op deze manier hoopt het kabinet de situatie op de huizenmarkt te verbeteren.

dinsdag 15 november 2011

Minder woningen verkocht

In oktober 2011 registreerde het Kadaster 9.453 verkochte woningen. Dit is een daling van 5,0% ten opzichte van oktober 2010 (9.950). Vergeleken met september 2011 is er sprake van een daling van 8,5%. Het Kadaster registreerde toen 10.327 verkochte woningen.

Woningtypen
Van de verschillende woningtypen doet de grootste daling zich voor bij de 2-onder-1 kapwoningen met -8,9% in vergelijking tot oktober 2010. Vrijstaande woningen laten de kleinste daling zien met -0,9%.

Provincies
In de provincies Drenthe, Zeeland en Flevoland is het aantal geregistreerde verkochte woningen gestegen ten opzichte van oktober 2010 (respectievelijk 9,3%, 8,8% en 7,3%). De grootste daling doet zich voor in de provincie Friesland met -15,8%, de kleinste in Limburg met -2,3%.

Hypotheken
Het aantal geregistreerde hypotheken in oktober 2011 nam met 10,8% af ten opzichte van oktober 2010, van 20.111 naar17.930.

Executieveilingen
In oktober 2011 vonden 226 executieveilingen plaats. In oktober 2010 waren dat er 220.

(Bron: Kadaster)

donderdag 3 november 2011

Klantbeoordelingen binnenkort op Funda

Binnenkort komt funda met een nieuwe dienst waarbij de klant de hoofdrol speelt: Klantbeoordelingen.

Deze reviews zijn erg populair op Iens, Zoover, Vakantiereiswijzer, WieIsDeBesteMakelaar of Independer.

Internet reviews worden steeds belangrijker voor zakelijke dienstverleners, dus ook voor de makelaardij. Spijtig dat makelaars straks helemaal zelf kan bepalen of ze beoordelingen op funda plaatsen of niet.

In het kader van transparantie zou dit niet nodig hoeven zijn. Belangrijk is wel dat de kwaliteit van de reviews op de een of andere manier geborgd kan worden. Dit is echter het probleem van alle review-sites.

Voorbeeld
Onze collega's van ZO hypotheken werken al met beoordelingen, neem eens een kijkje op Independer

Interview Erik Bessems from funda on Vimeo.