dinsdag 18 november 2014

Hoeveel overdrachtsbelasting bij een oud schoolgebouw?

Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat 2% overdrachtsbelasting is verschuldigd. De onroerende zaken zijn als woningen aan te merken.
De gemeente Breda levert op 21 november 2011 twee onroerende zaken aan belanghebbende, X bv. De onroerende zaken maken onderdeel uit van vier woningen die sinds de bouw in 1996, gedurende circa 12,5 jaren, in gebruik zijn geweest als school. Om als school te functioneren is een corridor aangebracht, waardoor de onroerende zaken met elkaar zijn verbonden. Verder is in het midden een gymlokaal gebouwd. De onroerende zaak stond, in afwachting van de verkoop, een jaar of twee leeg. Op 21 november 2011 levert X bv twee onroerende zaken aan particulieren, die de onroerende zaken als woning in gebruik nemen. In geschil is of 25 of 6% overdrachtsbelasting is verschuldigd.
Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat de onroerende zaken als woningen zijn aan te merken en dat derhalve 2% overdrachtsbelasting is verschuldigd. De rechtbank overweegt hierbij dat de onroerende zaken op het moment van levering als woningen zijn te kwalificeren. De rechtbank wijst er hierbij op dat de onroerende zaken naar hun aard zijn bestemd voor bewoning en dat de onroerende zaken al circa twee jaren niet in gebruik waren als schoolgebouw. De rechtbank acht niet van belang dat ten tijde van de levering de corridor en het gymlokaal nog niet waren afgebroken. De rechtbank verleent teruggaaf aan X bv.



- Pascal de Roo gebruik makend van bron: Uitspraak -

donderdag 6 november 2014

Kopers van woningen met goedkope koopconstructies opgelet !!!

Verhuur MGE-woning leidt tot boete voor eigenaar
Een eigenaar van een onder Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE) verkregen woning voldoet niet aan de zelfbewoningsplicht wegens verhuur van de woning. De Woningstichting vordert op basis van een boetebeding een boete van 200% van de MGE-waarde (boetebedrag €130.388). De Rechtbank geeft de woningstichting een bewijsopdracht, het bewijzen van de aantekende verzendingd van de ingebrekestelling. Als de woningstichting hierin slaagt, is een boete verschuldigd. Het boetebeding is niet oneerlijk in de zin van Richtlijn 93/13/EEG, maar uitvoering door de woningstichting leidt tot een onaanvaardbaar resultaat. De Rechtbank gaat over tot een matiging tot 50% van de MGE-waarde (boetebedrag €32.597).
Lees hier de volledige uitspraak.
Boetebeding
In het boetebeding is bepaald dat een nader vast te stellen boete van maximaal 200% van de MGE-prijs verschuldigd zal zijn indien de eigenaar na bij aangetekend schrijven in gebreke te zijn gesteld gedurende acht dagen nalatig blijft aan de uitvoering van deze overeenkomst mede te werken.

Bron: Rechtspraak.nl